Exercice de traduction: du français au néerlandais (exercice 4)
Les relations - Les sentments

	Traduction	Vertaling

	↓ ← Vertaal in het Nederlands en controleer nadien door hierlangs op "Vertaling" te klikken.	↓ ← Klik hier om uw antwoord te controleren. Na een 2de klik zie je terug "Vertaling".

le	mécontentement	de ontevredenheid
la	confusion	Van Dale: 1) de verwarring (de verlegenheid,de beduusdheid), 2) de wanorde (de verwarring), 3) de onduidelijkheid(de vaagheid)
la	reconnaissance	Van Dale: 1 ) de erkenning, 2) de erkentelijkheid (de dankbaarheid),
la	surprise	de verrassing
l'	indignation(f)	de verontwaardiging
la	satisfaction	1) de voldoening, 2) de bevrediging
l'	irritation(f)	Van Dale: de geprikkeldheid ( de ergernis, de irritatie)
la	tristesse	Van Dale: de triestheid ( de treurigheih, de droefheid, de droefenis, de neerslachtigheid)
la	colère	de woede
la	gratitude	de dankbaarheid (erkentelijkheid)
l'	étonnement(m)	de verbazing (de verrassing)
le	chagrin	het verdriet
la	contrariété	Van Dale: de ergernis (de ontstemming, het misnoegen, de teleurstelling, de boosheid)
l'	embarras(m)	Van Dale: de verlegenheid (verwarring, besluiteloosheid, onzekerheid) - Petit Robert: l'état d'une personne qui éprouve une sorte de malaise pour agir ou parler - une malaise = een gevoel van onbehagen
le	contentement	de tevredenheid
la	révolte	1) de opstand 2) het verzet